Waarom zijn kritische uitingen op geloof altijd kwetsend of respectloos, maar is discriminatie op basis van geloof geen enkel punt? Als ik zou beweren dat het regenwoud moet worden gered van de ondergang, maar dat het net zo belangrijk is dat de mensheid wordt gered van het christendom, of als ik zou verkondigen dat moslims met het hoofd eerst van de hoogste toren moeten worden gegooid, dan is het heilig huis te klein. Gelovigen mogen dit soort dingen ongestraft over HLBT’s roepen.
Begin augustus was ik te gast bij Atlas, het discussieprogramma op de radio van omroep LLink. Hierin beargumenteerde Corien Jonker, Tweede Kamerlid voor het CDA dat men respect diende te hebben voor christelijke stromingen die homoseksualiteit an sich niet veroordelen, maar de praktisering ervan wel.
Het woord ‘respect’ schoot me direct in het verkeerde keelgat. Dat het in ons oh zo tolerante landje mogelijk is binnen de kaders van de wet op basis van de zogenaamde enkele feit constructie homoseksuele medewerkers en/of leerlingen in het christelijk onderwijs van school te verwijderen puur op het feit dat ze een Roze Zaterdag bezoeken of verkering krijgen, getuigt van diepe disrespect en is niets anders dan discriminatie op basis van geloofsovertuiging.
Laat ik deze situatie ook eens omdraaien. Stel dat we eenzelfde constructie in het leven zouden roepen voor gelovigen. Je mag wel gelovig zijn, maar als je het praktiseert en je wordt aangetroffen in de kerk of moskee, dan is dat reden genoeg om iemand van een openbare school te mogen verwijderen.
Maar hé. Nee, dàt is natuurlijk héél anders. Discriminatie wegens godsdienst mag niet volgens artikel 1 van de Nederlandse wet. En daarom mogen gelovigen uit naam van god, allah of jahweh wel ongestraft discrimineren en kwetsen. En mogen heidenen en andere anders denkenden niet kritisch zijn.
By the way, ik vind de laatste vergelijking zelf ook niet opgaan. Maar om een heel andere reden. Geaardheid is immers nature – aangeboren. Geloof is nurture – aangeleerd. Ik ben als lesbo geboren en kan mijn zijn niet afleren, hoogstens ontkennen met alle psychische gevolgen van dien. En waarom zou ik? Om een orthodox gelovige te pleasen? Een gelovige die, als hij (m/v) in een andere omstandigheid was opgegroeid, wellicht een ander of geen geloof zou hebben beleden?
Het respect dat Corien Jonker opeist voor een groep discriminerende gelovigen, kan ik niet geven. Ik kan hoogstens mededogen voelen en verdraagzaamheid tonen. En het liefst de situatie bagatelliseren door mezelf voor te houden dat die lui zijn gehersenspoeld en niet beter weten. Niet aardig, wel relativerend.
Én ik kan jullie vragen praktische actie te ondernemen en net als ik de COC petitie “Uit de kast, uit de klas” te ondertekenen. Zodat de Tweede Kamer op 30 september aanstaande het licht zal zien en ervoor zorgt dat discriminatie van ons soort mensen binnen de wet straks niet meer mogelijk is.
https://www.petities.nl/petitie/uit_de_kast_uit_de_klas
Irene Hemelaar is creatief ondernemer en roze barricadenbeklimmer. Ze verkeert in een gelukkige LAT en hokt met konijn Ben.
Verschenen in Zij aan Zij no. 7 2009