Gisteren mocht ik het eerste exemplaar van de Young Adult roman ‘Altijd Anders’ in ontvangst nemen. Ingrid Kluvers heeft een heerlijk boek geschreven en dit is wat ik erover zei:
“Wat een leuk boek, “Altijd Anders” van Ingrid Kluvers bij uitgeverij Moon.
Een boek dat ik graag als tiener had gelezen.
Interessante personages en ook in het taalgebruik ‘knus’. Voor mij een stijl die echt bij de meisjesboeken hoort, zoals ik ze vroeger verslond. Vlot geschreven. De introductie van Joop, haar vrienden en vriendinnen, haar zus. De avonturen die ze beleeft (samen met haar zus ‘alleen’ naar Parijs). Haar karakter, loyaal, slim (vloeiend in twee talen), muzikaal.
En het heeft alle componenten voor een meeslepende roman: Er is aantrekkingskracht, onzekerheid, wel of niet wederzijdse verliefdheid, jaloezie. Er wordt in gezoend en in gevreeën. Een boek dus, dat ik nu ook nog graag lees.
Maar wat het verhaal echt bijzonder maakt, is het volgende. Je maakt al lezende kennis met een hecht gezin met onder andere twee vaders en twee moeders. Niet veroorzaakt door een heterohuwelijk waarvan de beide ouders een nieuwe heterorelatie zijn aangegaan; nee, ‘gewoon’ een homo- en een lesborelatie. En hoe spannend en leuk, hoe Joop onderzoekt of ze op jongens en/of meisjes valt.
In ‘mijn’ tijd verslond ik de kostschoolboeken van Enid Blyton. Een wereld met bijna alleen maar meisjes. Waar stoere, sportieve meisjes populair waren, maar waar de met andere meisjes dwepende meisjes als ‘slap’ en ‘dom’ werden omschreven. Ik was (en ben ;-)) er een van de laatste categorie.
Boekjes waarin je als beginnende tiener herkenning zoekt, maar nooit helemaal de bevestiging krijgt.
Dat ik niet de enige ben die het ‘lesbische’ in de kostschoolboekjes las, bewijst het vervolg dat Esther Bremer en Anja de Crom in 2003 schreven, Pitty naar College. En ik mocht redigeren. Eindelijk las ik dàt over mijn liefste personages, wat ik wilde lezen. De mannelijke juffrouw Peters met de luide, zware stem die steevast gekleed ging in paardrijbroeken, werd écht lesbisch, met een relatie en al. Maar dit ter illustratie van wat ik eigenlijk wil zeggen.
Wat een leuk boek, Ingrid. Waar de lezer tijdens het lezen nooit hoeft te fantaseren dat het hoofdpersonage iemand is als zij, maar het gewoon mag ervaren. Ze mag er zijn. Het gaat goed met haar.
En om al het bovenstaande in een kort citaat samen te vatten; dit vond ik zó romantisch:
“Ik ben achter de vleugel blijven zitten en speel bijna gedachteloos First Sight. Het gaat maar niet uit mijn hoofd. Zacht zing ik: “I walked out and she walked in. And the blue of her eyes made my head spin.” Ik hoor ineens een cello naast me. Sophie begeleidt me spontaan. Ik draai me om, we kijken elkaar even aan. Het lijkt alsof ik haar voor het eerst echt durf te zien. Ik krijg een kleur, sla mijn ogen neer, want ben bang dat ik haar heel suf zit aan te staren. Ze zingt zacht een tweede stem en zingt ook she in plaats van he. “
Wat een leuk, fijn, boek, Ingrid. Gefeliciteerd. En dankjewel dat ik het eerste exemplaar in ontvangst mag nemen.”
Een eerste mooie recentie lees je bij Boekinkt.