De afgelopen jaren is er steeds meer kritiek op de zogenaamde vercommercialisering van Prides, ook in Amsterdam.
- Wanneer maakt een bedrijf zich schuldig aan Pink of Rainbowwashing?
- Wanneer is een bedrijf geschikt om deel uit te maken van Pride?
- Hoe kunnen bedrijven juist voortrekker zijn van gelijke rechten?
- En – tot slot – wat zou dit alles kunnen betekenen voor de Regenboogcommunities in Nieuw West?
Mijn naam is Irene Hemelaar, ik was tot en met 2016 gedurende 8 jaar in een leidende functie verbonden aan Pride Amsterdam, waarvan de laatste twee jaar als directeur LHBTI-emancipatie en ik steun sinds 4 edities Belgrado Pride onder andere op het gebied van samenwerking met het bedrijfsleven. Met de door de FNV Academie ontwikkelde Union Case werk ik met mijn collega’s aan een intersectionele visie op Diversiteit en Inclusiviteit.
Om te beginnen: Ik ben dol op bedrijven die zich verbinden aan LHBTI+ -activisme. Bij bedrijven werken immers ook mensen van onze kunne. Sponsoring is een noodzaak voor een Pride festival als in Amsterdam. De gemeente subsidieert pakweg 2 ton vestzak, broekzak en zo’n 8 ton moet worden opgebracht met inschrijfgelden en sponsoring.
Hierbij is het wel van het grootste belang dat bedrijven die sponsoring écht intrinsiek gemotiveerd doen.
Vodafone is een voorbeeld van hoe het moet. Waar ook ter wereld je werkt, Vodafone biedt een veilige werkplek en dat draagt het bedrijf ook echt uit. De Amsterdamse botenparade werd in de jaren van hun deelname op kantoren overal ter wereld gestreamd, ook op plekken waar homoseksualiteit verboden is. LHBTQI+ medewerkers uit verschillende landen werden uitgenodigd om mee te varen. Deze mensen werden geïnterviewd en gefilmd en deze reportage werd weer over de hele wereld in het bedrijf getoond.
Hoe gaan prides met de kritiek op vercommercialisering om? De houding van de organisator van Pride Amsterdam ten opzichte van sponsoren wijzigde gedurende de jaren. We voelden dankbaarheid en erkenning, zoals aan het begin van mijn bestuurlijke betrokkenheid in 2008, het begin van de financiële crisis. We waren oprecht blij met iedere sponsor die zo dapper was de nek uit te steken om zich te verbinden aan LHBT’s, blij met iedere winkel die zijn etalage roze aankleedde of een regenboogvlag liet wapperen. Vanaf pakweg 2013 wierpen we voor het eerst een drempel op met deelnameregels voor potentiële sponsoren. Je màg als sponsor meedoen, mits je een actief D&I-beleid voert dat ook de rechten van onze gemeenschap omvat, je bedrijf heeft een roze netwerk óf als je hier niet aan kunt voldoen, dan meld je je bij Workplace Pride om lid te worden. Daar geldt een degelijke ballotage, dus als je door die voorwaarden komt, kun je je weer bij de Pride melden. Zo moest Nuon een jaar wachten tot het bedrijf eindelijk mocht sponsoren.
Een ander punt: Voor de toeschouwers lijkt het of minstens de helft van de boten bestaat uit heterobedrijven die al dan niet over de rug van onze community goedkoop reclame kunnen maken. Dat is veel te kort door de bocht. Het verhaal van het waarom van hun deelname wordt door de meeste deelnemende bedrijven nauwelijks breed gedeeld. Dus bedrijven zijn zelf debet aan het feit dat steeds minder mensen staan te juichen bij “weer” een commerciële boot.
Wat deed restaurant Loetje in 2017 in de parade? Een lelijke boot met een hydraulische biefstuk. Het bleek een initiatief van een paar medewerkers die actief zijn als drag queens en die trots zijn op het bedrijf waar ze werken. Dit hoorde ik van de week pas, niets over te vinden via Google. Wél hoeveel publiek men dacht te bereiken en wat voor technisch vernuft het hydraulische systeem van de biefstuk was.
En wat deed Flora Holland een paar jaar terug in de parade? Ik hoorde van een oud-medewerker toen deze vroeg om mee te varen, dat het niet de bedoeling was dat LHBTQI+-medewerkers een actieve rol speelden en een Diversiteits- en inclusiebeleid was er ook al niet. De medewerker snapte niet hoe het kon dat Flora Holland door de ballotage was gekomen. Ik kon en kan dit helaas ook niet verklaren…
Als je als willekeurige toeschouwer of LHBTQI+’er niet meteen snapt waarom een bedrijf zich verbindt, en helemaal als je als medewerker van een bedrijf het niet snapt, dan gaat er iets niet goed.
Maar goed, terug naar het D&I-beleid dat de pride nu al een aantal jaar verplicht stelt; dit is in het huidige tijdsframe als enige voorwaarde voor deelname terecht niet meer genoeg om onze community tevreden te stellen.
Sommige groepen in onze community hebben een zeer uitgesproken standpunt. Zij vinden bedrijven en overheden op Pride sowieso uit den boze. En ze vinden dat Pride antikapitalistisch moet zijn, “the first pride” was immers een “riot”. Dat gaat mij veel te ver.
Oprechte trots uitdragen én uitdragen dat je als organisatie hiermee met jouw bijdrage indirect bijvoorbeeld activiteiten in de stadsdelen buiten het centrum mede mogelijk maakt, Senior Pride, Trans Pride, Women’s Pride, Pride of Colour… allemaal mogelijk mede dankzij de sponsoren. Ook de gratis openlucht concerten… mogelijk dankzij de sponsoren van Pride.
Ik ben dan ook zeer verheugd dat Pride Amsterdam opnieuw naar zichzelf kijkt. Met de Rainbow Business Conference van afgelopen maandag was ze bereid om de pittige kritiek van onder andere Sidney Smeets, advocaat bij Spong aan te horen. Hopelijk doet men er zijn voordeel mee.
Wanneer maakt een bedrijf zich mijns inziens schuldig aan Pink of Rainbowwashing?
- Wanneer je alleen met pride en eigenlijk alleen tijdens een parade profileert dat je inclusief bent door op wat voor manier ook “mee te doen”, maar de overige dagen van het jaar niets te doen. Al 10 jaar geleden betoogde toenmalig voorzitter van de Pride Frank van Dalen dat bedrijven die sponsor wilden worden zouden moeten kunnen aantonen wat ze het hele jaar door doen.
- Wanneer je de producten die je verkoopt laat maken in landen waar het illegaal is om LHBTQI+ te zijn en daar geen inspanningen verricht als bedrijf om activisten te steunen, maak je je schuldig. Primark wordt zeer bekritiseerd omdat het tijden lang wél pride-producten verkocht maar geen LHBT-activisme steunde, al helemaal niet in de lage lonen-landen waar homoseksualiteit verboden is. Onder druk van de kritiek is Primark ILGA Europe financieel gaan steunen. Pride Amsterdam weert Primark ook vanwege de werkomstandigheden in deze lage lonen landen. Deze kritiek is misschien wel terecht, maar Primark is tenminste transparant over wat het wél daar ter plekke doet om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Andere grote kledingbedrijven betrekken kleding van dezelfde fabrieken, maar liggen minder onder een vergrootglas.
- Wanneer je je alleen inzet als het gunstig voor je imago is. Zoals Sidney Smeets betoogde van de week: “Welk bedrijf toont echte betrokkenheid met de gemeenschap en komt op voor: transrechten, LHBT+ vluchtelingen, de beschikbaarheid van PrEP, meerouderschap, dakloze LHBT+jongeren, sekswerkers, en strijdt tegen anti-LHBT geweld, de homofobie van Johan Derksen c.s. en de discriminatie van de bloedbank?”
En wanneer bedrijven alleen zichtbaar zijn bij “makkelijke” prides, als de onze. Met mijn eigen ervaring in Belgrado, Servië is niet zo positief: wanneer ondersteunen multinationals openlijk activisten en potentiële prides in landen waar de sociale acceptatie laag is en waar je openlijk uitspreken door bijvoorbeeld én fysiek als CEO aanwezig te zijn in een parade je klanten kan kosten? Twee achtereenvolgende malen, in 2017 en 18 droeg ik bij aan bijeenkomsten gefaciliteerd door de Nederlandse ambassade in Belgrado voor bedrijven die zich in het westen aan pride verbinden. De bedrijven waren aanwezig, maar dit heeft vooralsnog nog niet tot sponsoring van het festival geleid.
Wanneer is een bedrijf geschikt om deel uit te maken van Pride?
Dat gaat mijns inziens dus verder dan een goed roze netwerk of alleen op tijden dat het aandacht genereert LHBTI+ inclusie uitdragen.
- Wanneer je het hele jaar door uitdraagt dat je intersectioneel inclusief bent. Dat betekent dat je als bedrijf je bewust bent van het feit dat unconscious bias, een blinde vlek, een rol kan spelen in sollicitatie-procedures, waardoor mensen met een niet-nederlandse achternaam veel minder vaak worden uitgenodigd voor een gesprek en worden aangenomen. Dat je dit dus voorkomt. Dat deze mensen ook nog eens evenveel doorgroeimogelijkheden hebben als hun witte collega’s. Sterker, dat vrouwen evenveel doorgroeimogelijkheden hebben als mannen, laat staan mensen die niet te vangen zijn in de categorieën m/v.
- Dat je arbeidsomstandigheden en -voorwaarden respecteert. Niet alleen van leveranciers, van fabrieken ver weg in lage lonen landen die producten voor je bedrijf maken, maar ook van al je eigen medewerkers. Zo is HEMA lid van de Pride Business Club, doneert met haar acties al een aantal jaar de nettowinst van een specifieke pride-actie aan het COC (vorig jaar 20.000 euro) ten behoeve van de GSA’s op scholen. Tegelijkertijd zullen de jonge mensen die door zo’n actie wellicht een baan of bijbaan ambiëren bij dit bedrijf tot 25% minder gaan verdienen dan mensen die er al werken. Het bedrijf sloot onlangs met vakbond CNV een CAO af die deze loondump goedkeurde, ondanks dat het bedrijf het afgelopen jaar ruim 18 miljoen euro winst maakte.
- PostNL vaart ook deze editie weer mee in de parade. En eerlijk is eerlijk; het bedrijf heeft een fantastisch roze netwerk dat ik een paar jaar terug nog een Workplace Pride Award mocht uitreiken. Maar dit is ook het bedrijf dat mensen laat werken zonder loon en zonder uitzicht op een écht contract met arbeidsvoorwaarden en arbeidsrechten en via contracting, een maas in de wet en een uitbuitend systeem waarbij PostNL een uitzendbureau inleent, dat weer een uitzendbureau inleent, dat uitzendkrachten levert, waardoor er niet meer volgens de CAO betaald hoeft te worden, maar deze mensen tegen het minimumloon werken. Door tussenkomst van de FNV én de rechter zal PostNL de laatste uitbuiting nu staken.
Hoe kunnen bedrijven juist voortrekker zijn van gelijke rechten en zijn bedrijven een zegen voor de pride?
- Door 365 dagen per jaar intersectioneel inclusief te zijn en je als organisatie bewust te zijn van blinde vlekken, die we immers allemaal hebben. Door zoals ING ook in de arbeidsvoorwaarden zo te regelen dat daar waar je niet kunt trouwen als paar van gelijk geslacht, je wel de rechten en voordelen hebt in pensioenopbouw bijvoorbeeld, zorgrechten als een heterokoppel.
- Door niet alleen op populaire plekken zichtbaar te zijn, maar je als bedrijf juist te verbinden aan prides in moeilijke landen.
- Het zou mooi zijn als Pride-sponsoren zich in Amsterdam niet alleen kunnen verbinden aan een bepaalde artiest op een van de openluchtpodia, zoals dit nu al gebeurt, maar ook aan specifieke kleinschalige activiteiten, waarbij ook daadwerkelijk kennis kan worden gemaakt met de organisatoren van deze activiteiten. En dat deze ondersteuning dan niet alleen tijdens pride is, maar dat er ook door het jaar heen projecten en momenten zijn waar deze samenwerking zichtbaar wordt gevierd. Waardoor er werkelijk binding ontstaat met onze brede en diverse community. Waarmee de slotvraag waarmee ik begon “Wat kan dit betekenen voor regenboog-communities in Nieuw West?” ook is beantwoord.
Door Irene Hemelaar
1 augustus 2019 t.g.v. Pink Nieuw West bijeenkomst Bouwen aan een Bruisend Stadsdeel voor LHBTQI+ (de Regenboog-community) in het Van Eesteren Paviljoen.