Straks is het een feit. Als de Tweede en Eerste Kamer er net als het kabinet mee instemmen, mag je straks niet meer zomaar met een motorhelm, een bivakmuts, een boerka dan wel nikab of andere gezichtsbedekkende kleding over straat. Tenzij het heel koud of carnaval is, of als je als hulpsinterklaas op huisbezoek gaat.
Dat het boerkaverbod er enkel en alleen bij het kabinet door is om de Partij voor de Vrijheid zijn gedoogzin te geven, werd al duidelijk toen voormalig minister van Binnenlandse Zaken Donner het voorstel hiertoe in de zomer van 2011 introduceerde als norm voor ‘goede zeden’ met als argumentatie: Naaktlopen op straat mag niet, gezichtsbedekkende kleding mag daarom ook niet.
Deze vergelijking gaat echter helemaal niet op, omdat er volgens die goede Nederlandse zeden sinds 1985 geen algemeen verbod op naaktlopen bestaat in ons land. Zolang het geen aanstoot geeft, mag een ieder naakt zijn in de openbare ruimte.
Met het aannemen van het wetsvoorstel eind januari liet Donners opvolgster minister Spies wijzelijk de vergelijking met naaktlopen varen en kwam met een nieuwe zwaarwegende reden voor het verbod, namelijk dat we elkaar in een open samenleving open tegemoet moeten kunnen treden. Elkaar in je blootje tegemoet treden zou wat mij betreft daar wel het summum van zijn, maar dat is natuurlijk niet waar zij op doelde.
Hoewel ik begrijp dat Donner, noch Spies toegeeft dat het hier om symboolpolitiek gaat, stoort het me dat geen van beiden aangeeft dat het verbod hout snijdt omdat het dragen van nikab een ernstige vorm van vrouwenonderdrukking is. Als overheid van een land waar kerk en staat gescheiden zijn, kun je hier een standpunt over innemen door een verbod in te stellen met als eenvoudig uitgangspunt gelijkwaardigheid: Moet een man het? Nee? Dan hoeft een vrouw het ook niet. Mag een man het? Dan mag een vrouw het ook.
Als tegenargument wordt wel gesteld dat die vrouwen het misschien wel zélf willen. Wérkelijk? Als het gaat om lhbt’s die het accepteren dat ze worden uitgescholden of te maken krijgen met geweld, omdat ze immers afwijken van de heteronorm en tot een minderheid behoren, noemen we dat geïnternaliseerde homofobie. Omdat de omgeving homofoob is, word je dat als product van die omgeving zelf ook. Dat wil niet zeggen dat we dat dan maar met zijn allen moeten accepteren.
Ander voorbeeld. De Staatkundig Gereformeerde Partij moet bij een uitspraak van de Hoge Raad sinds 2010 vrouwen op de kieslijst toelaten. Toch stellen SGP-vrouwen zich niet verkiesbaar, omdat dat volgens de partij niet strookt met “gods plan”. Door de uitspraak van de raad is in elk geval de mogelijkheid gecreëerd voor deze vrouwen om hier wél voor te kiezen als zij dat willen. Mag een man het, dan mag een vrouw het ook.
Het boerkaverbod schijnt op slechts 300 nikab dragende vrouwen van toepassing te zijn. Als er maar een zich dankzij het verbod gesterkt voelt haar gezicht aan de wereld te tonen, terwijl ze dat voorheen niet mocht, dan is het in mijn optiek allemaal de moeite waard geweest.
Irene Hemelaar is creatief ondernemer en roze barricadenbeklimmer. Ze houdt van Mariska en hokt met konijn Ben.