Een sprookje over Bet voor Diana
Lang, lang geleden was er een koninginnerijk aan de Amsterdamse Zeedijk. Daar leefde een dappere koningin met een groot hart. Koningin Bet van Beeren.
Koningin Bet was niet zomaar een koningin. De meeste koningen en koninginnen gaan uit rijden in een koets of in een sjieke auto. Maar onze Bet had een hele grote motor. En ze droeg nooit meisjesachtige jurken en hoge hakken, maar broeken met bretels. Als ze zin had dan trok ze haar stoere leren jack aan en dan scheurde ze op haar motor hard door haar rijk tot ver daarbuiten.
In Bets koninginnerijk was iedereen welkom. Jonge, oude, rijke en arme mensen vonden er een warm thuis. Ook vrouwen die van vrouwen hielden en mannen die van mannen hielden vonden het fijn om in Bets rijk te komen, want – wat vroeger niet zo gewoon was – Bet ontving iedereen met open armen.
Op een dag, het was bijna kerstmis, was het zo koud en lag er zoveel sneeuw dat veel mensen hun laatste centjes hadden uitgegeven aan wat kolen voor op het haardvuur. Sommigen waren zelfs zo arm dat ze geen brood meer konden kopen, laat staan warme kleren.
Koningin Bet kreeg altijd veel bezoek en haar vriendinnen vertelden haar over de arme mensen in het rijk en ook over de vele bleekneusjes. Weet je wat dat zijn? Dat zijn kinderen die zoveel honger hebben dat ze er bleek van zien.
Koningin Bet werd opstandig van die verdrietige berichten en ze bedacht een oplossing.
Omdat ze voor niets en niemand bang was en zich al helemaal niet door een dikke laag sneeuw liet weerhouden, zette ze op kerstavond, net toen het donker was geworden, haar motor klaar en bond een gigantisch grote doos vol met mandjes gevuld met allerlei lekkernijen op de bagagedrager.
Toen trok ze haar leren jack aan en reed stilletjes langs de huizen van de arme mensen. Bij iedere deur zette ze een mandje neer met voor ieder een warme sjaal, wat kolen voor op het vuur, en om te eten niet alleen brood, vers gemalen koffie en melk, maar ook lekker fruit, limonade en wat snoep voor de kinderen.
Je kunt je voorstellen dat de arme mensen reuze blij waren toen ze de volgende ochtend, op de eerste kerstdag, het mandje met hun verrassing vonden. Nu kon de kachel lekker branden en iedereen at zijn buikje rond en vol.
En weet je wat nou zo mooi is? Niemand heeft ooit geweten dat het koningin Bet was die hen zo gul had verwend. Sommigen dachten dat de kerstman was langsgeweest, en Bet liet dat maar zo. Het was immers haar geheim. En dat hoefde verder niemand te weten.
Geschreven voor en voorgelezen tijdens het Voorleesuurtje bij Café ’t Mandje op 19 december ter gelegenheid van Pink Christmas.