De paus maakt me zo boos en verdrietig! Voor wie het niet heeft meegekregen, het COC verwoordde het heel goed in haar persbericht:
“Paus Benedictus XVI stelde vrijdag tijdens zijn jaarlijkse kersttoespraak voor medewerkers van het Vaticaan dat homo’s de rol die God hen heeft gegeven, manipuleren en dat ze daarmee ‘de essentie van het menselijk wezen’ vernietigen. Het is de tweede keer in een week tijd dat de paus zich uitspreekt tegen homoseksualiteit en de openstelling van het burgerlijk huwelijk. In een recente toespraak zei de kerkvorst dat het homohuwelijk een bedreiging is voor de wereldvrede, net als abortus en euthanasie.”
Maar dat is nog niet alles. 12 december zegende hij Rebecca Kadaga, een Oegandees parlementslid dat in november ‘als kerstcadeautje’ de in de volksmond genoemde ‘Kill the Gays Bill” – het wetsvoorstel ‘Dood aan de homoseksuelen’ aan het volk wilde schenken. Hoe strookt dit met de bijbelse oproep ‘elkaar lief te hebben’? Met ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet?’ Wat voor kerstcadeau is dit?
Een kerstcadeau hoef ik sowieso niet. Call me old fashioned, maar cadeautjes horen voor mij bij Sinterklaas. Kerst is sinds mijn vroegste vroeger het feest van de geboorte van een bijzonder kind, van Jezus. Hierbij hoorde de voorpret van het neerzetten van de kerststal met onze prachtige kerstgroep met als slotstuk het in de kribbe leggen van de kleine Jezus. Daarnaast was er het feest van het kopen van de goedkoopste én mooiste kerstboom en deze optuigen met een bonte verzameling aan glazen kerstballen en gekleurde lichtjes. En vervolgens de kerstdagen met familie doorbrengen, met jokeren en rummikub en onder toezicht van mijn vader spelen met de brandende kaarsen. En als we als kinderen onderling ruzie kregen tijdens kerst en elkaar verwensingen toeriepen, was er steevast wel één van de vijf die riep: “Is dit nou je kerstgedachte!” Waarna we in goede harmonie het feest voortzetten.
Kerst was opblijven voor de nachtmis en vanaf mijn tienertijd met mijn vader naar de binnenstad voor de nachtmis in de katholieke kerk van zijn jeugd, de sinds 1974 oecumenische Duif, waar iedereen welkom is en waar we Jos Brink gloedvol hoorden en zagen preken. En bij thuiskomst een door mijn moeder gebakken snee kerstbrood met roomboter eten met een kop thee of warme chocomel en elkaar een zalig kerstfeest wensen.
Kerst staat voor het gros van de mensen, gelovig of niet, voor liefde, hoop op vrede, licht, verbinding. Het gevoel van kerst startte in 2012 voor mij dit najaar al, met het kamp aan de Notweg, om de hoek van waar ik ben opgegroeid, waar uitgeprocedeerde vluchtelingen een stem gaven aan hun onmogelijke situatie en waar vele mensen die zich betrokken voelden, zorgden voor fatsoenlijke tenten, dekens, eten en wat al niet meer zij. En toen het kamp werd opgebroken, kwam er licht in de duisternis met de Vluchtkerk, dankzij de samenwerking tussen de uitgeprocedeerden, de protestantse kerk, het Studenten kraak spreekuur, een Amsterdamse projectontwikkelaar en burgers uit allerlei lagen, cultuurs- en geloofsachtergronden. Uit naastenliefde. Om mens voor een mens te zijn. Positief, daadkrachtig en hoopvol.
En daar kan Benedictus nog heel wat van leren. Met de haat die hij de wereld instrooit, zou ik hem liefst met vileine woorden fileren door hem met zijn eigen boek om de oren te slaan. Maar wat gij niet wilt dat u geschiedt… Dus ik volsta hier met een “Hé, Ben, is dit nou je kerstgedachte!?’.
Voor de kerstgedachte hebben we, gelovig of niet, een paus niet nodig. Als er een god is, en als hij ergens is, dan is het in De Vluchtkerk. En hier, vanwege hoe we hier samen zijn, op de 4e adventszondag in de Keizersgrachtkerk, van devoten tot ongelovige Thomassen als ik. Dit raakt voor mij de essentie van kerst. En ik geniet ervan dat we die met elkaar hier kunnen en mogen delen.
Ik wens jullie mooie dagen toe!
© Irene Hemelaar 23-12-12